Natuurkundige Leo Kouwenhoven van de Technische Universiteit Delft (TUD) heeft op vrijdag 30 november de Genootschapsmedaille uitgereikt gekregen. De onderscheiding wordt toegekend door het Genootschap ter bevordering van Natuur-, Genees- en Heelkunde.
De Genootschapsmedaille is ingesteld in 1790 en wordt uitgereikt aan een onderzoeker die door oorspronkelijk onderzoek een bijdrage heeft geleverd aan de door het Genootschap bestreken wetenschapsgebieden.
Kouwenhoven is de 21e wetenschapper die met de medaille wordt geëerd. Op de lijst van gelauwerden prijken namen zoals Nobelprijswinnaars Van der Waals, Kamerlingh Onnes, Lorentz en Einstein.
Hij ontving de medaille uit handen van Prof. Ron van Noorden, voorzitter van het Genootschap, tijdens de jaarvergadering van het Genootschap in Amsterdam.
Leo Kouwenhoven (1963) is universiteitshoogleraar aan de TUD. Hij ontvangt de medaille vanwege zijn baanbrekende werk in de experimentele natuurkunde. Op het Kavli Institute of Nanoscience werkt hij in de Quantum Transport Group aan kwantumtransport in halfgeleiders. Baanbrekend is zijn werk aan kwantumdots en het gebruik van hun eigenschappen om Q-bits te maken. Onder meer voor dit werk ontving hij in 2007 de Spinozaprijs.
Zijn meest recente prestatie is het genereren van het Majorana quasideeltje. Dit wordt als een belangrijke stap in de ontwikkeling van kwantumcomputers gezien. Het Majorana quasideeltje is een constellatie van elektronen die zich gedraagt als het door Majorana in 1937 voorspelde Majorana-fermion. Voor de ontwikkeling van kwantumcomputers kan deze ontdekking van groot belang zijn.
Over het Genootschap ter bevordering van Natuur-, Genees-¬ en Heelkunde
Het Genootschap, in 1790 opgericht door Andreas Bonn, hoogleraar Anatomie en Heelkunde aan de Doorluchte School in Amsterdam, organiseert wetenschappelijke bijeenkomsten, kent onderscheidingen toe aan beoefenaars van wetenschap, verleent reisbeurzen aan jonge onderzoekers en geeft steun aan activiteiten die passen binnen de doelstelling van het genootschap, i.e. de bevordering van de Natuur-, Genees- en Heelkunde.